Docent bij In-Gang

“Ik werk al vier jaar voor In-Gang. Hier geven we jongeren met een afstand tot onderwijs een tweede kans. Wij kijken naar wat jongeren weerhoudt om naar school te gaan. Daarvoor werkte ik bij een reguliere opleiding bouwkunde. Mijn interesse ging echter meer uit naar de begeleiding van jongeren dan naar de kennisoverdracht. Ik wil graag écht verschil maken en dan ben je als docent bij In-Gang op de juiste plaats.” Bert Vording werkt als docent bij In-Gang.

Een hecht team

“Na een In-Gangtraject is er van alles mogelijk. Zo kunnen studenten verder met een Entree- of mboopleiding op verschillende niveaus of de vavo. In driekwart van de gevallen lukt dat heel goed. Onze trajecten zorgen ervoor dat de jongeren in dertien weken weer terug naar school kunnen. Dat geeft natuurlijk heel veel voldoening, ik werk dan ook met veel plezier. Wat ik zo mooi vind aan In-Gang is dat we een heel hecht team hebben, met elkaar vormen we een vangnet. Als je hier wilt werken moet je dus wel een echte teamplayer zijn. In de klas zijn de regels strak, maar binnen die regels hebben we alle vrijheid om de jongeren zo goed mogelijk te begeleiden. We geven de algemene vakken: Nederlands, Engels, Rekenen en Burgerschap, die in iedere mogelijke vervolgstudie weer terugkomen.”

Samenwerking en vertrouwen

“Ik noem dit werk niet zwaar. Je hebt pas een zware baan als je op de verkeerde plek zit. Je moet naast de jongeren staan om conflicten te voorkomen. Natuurlijk gaat het ook wel eens mis en ontstaat er een discussie tussen de jongere en de docent, maar als je het gesprek aangaat ontstaat er wederzijds begrip en loopt het niet uit de hand. Dat is een van de mooie dingen aan het docentschap. Daarnaast doen we ook veel leuke dingen, onlangs zijn we gaan klimmen op een klimwand. Bij zo’n activiteit staat samenwerken en vertrouwen centraal en dat gevoel neem je dan ook weer mee terug naar de klas."

Superdankbaar werk

"Nog een voordeel: Bij In-Gang hebben we geen kwalificatiedossiers, geen examinering en geen deadlines, iets wat andere Mondriaan collega’s vaak wel hebben. Op die manier kun je als docent alle tijd en aandacht aan de jongeren geven. Er is volop ruimte om stil te staan bij hun problemen en hen hierbij te helpen. Iets anders dat ik heel erg mooi vind aan mijn vak is wanneer ik oud-studenten tegenkom, bijvoorbeeld in een restaurant waar ze dan blijken te werken. Het doet me echt goed om te zien dat de jongeren uiteindelijk toch hun weg hebben gevonden en goed terecht zijn gekomen. Voorlopig zit ik hier nog helemaal op mijn plek, het is superdankbaar werk en ik hoop dat ik dit nog heel lang mag blijven doen.”