Schoolambassadeur School voor ICT 2022

“Momenteel zit ik in het derde jaar van de opleiding IT systems & devices. Het is een opleiding op niveau 4 en het derde jaar is een volledig stagejaar. Ik ben eigenlijk altijd al veel met techniek bezig geweest. Ooit begon ik met houtbewerking en ik ben nu op deze school terechtgekomen waar ik goed op mijn plek zit.” Azarja (18) is schoolambassadeur van de School voor ICT.

Studentenparticipatie

“Ik heb me zelf opgegeven om ambassadeur te worden. De school voor ICT heeft er lang niet een gehad en ik vond dat raar. Studentenparticipatie vind ik belangrijk en ik heb me daarom ook aangemeld voor de Centrale Studentenraad. Ik heb al met Open Dagen meegeholpen en help met diverse projecten binnen het Techniek Innovatie Huis. Ik coördineer studenten bij het E-sports excellentieprogramma en ook met VR-projecten hou ik me bezig. Dat zijn dus veel facetten binnen ICT: serieuze zaken als informatiebeveiliging en ook de meer spelmatige kant. En daar ligt dan ook nog van alles tussen, zo wordt ICT ook heel goed gebruikt binnen educatieve projecten. Tijdens het eerste jaar van hun opleiding kunnen studenten hier ontdekken wat ICT ze allemaal te bieden heeft. En dat is veel.”

Initiatief nemen

“Wat wel belangrijk is om te weten: mbo is echt niet alleen praktijk. Zeker als je niveau 4 doet, weet dan dat je ook zelf achter dingen aan moet gaan, je moet zelf dingen uitzoeken en het vergt ook creatief denkvermogen. Initiatief wordt enorm gewaardeerd. Studenten moeten weten dat als je een plan hebt, je daar altijd wat mee kan. Binnen het Techniek Innovatie Huis is bijna alles mogelijk.”

Hoe help ik Nederland?

“Ik denk dat het sowieso leuk is om de techniekscholen van Mondriaan meer in de spotlights te zetten. De tekorten in de techniek zijn groot en worden misschien nog wel groter. Nederland loopt gewoon vast zonder voldoende technici. Het is heel verantwoordelijk werk en daar hou ik van. Iedereen bouwt op je. Hoe kan ik Nederland helpen, dat is de vraag die ik me vaak stel. Ik hoop dat meer mensen, en zeker ook meer studenten, zich die vraag gaan stellen.”